Afgelopen zondag heb ik een nieuwe afspeellijst op mijn computer samengesteld. Een lange lijst van ongeveer 100 nummers van bands waar ik min of meer vrolijk van word. Het zijn stevige rocknummers van Metallica, The Offspring, The Bloodhound Gang, Buckcherry en mijn all time favorite band: Guns ‘n’ Roses. Heerlijk.
Ik kan dag en nacht naar rock luisteren. Volgens sommige mede-rockers hou ik van ‘softe’ muziek, maar who cares. Deze muziek doet iets met me, maakt me vrolijk (zoals bij Guns ‘n’ Roses – Welcome To The Jungle) of melancholisch (Buckcherry – Sorry) of gewoon wild (Guns ‘n’ Roses – Sweet Child Of Mine). Sommige nummers zorgen dat ik zo stil word, dat ik me na afloop afvraag of ik wel geademd heb. Metallica met Nothing Else Matters schiet me als eerste te binnen.
Natuurlijk vinden mijn ouders en mijn broer mijn muzieksmaak vreselijk. Vooral mijn ouders vragen bij binnenkomst of de muziek misschien zo zacht mag dat ze het net niet meer kunnen horen, en mijn broer luistert liever hardstyle. Mijn moeder is trouwens gewoon allergisch voor geluid. Helaas kan ik alleen geconcentreerd aan het werk als er op de achtergrond flink wat herrie gemaakt wordt. Met ‘aan het werk’ bedoel ik trouwens niet alleen fysiek werk zoals het uitmesten van een paardenstal of het verbouwen van een caravan, maar ook het maken van huiswerk en het schrijven van teksten.
Soms maak ik wat uitstapjes qua muziek, en dan luister ik opeens drie weken lang alleen nog maar naar de Spaanse feel-good muzikant Juanes. Eigenlijk zijn veel van zijn liedjes helemaal niet vrolijk, maar ik kan de teksten niet verstaan en het klinkt allemaal gezellig. Ook heb ik een week of twee fanatiek naar Dragonforce geluisterd. Dragonforce werkt op mij als een hele, héle sterke espresso en dat wil je echt niet meemaken. Maar na zo’n korte affaire krijg ik vrijwel altijd spijt. Geen enkele muziekstijl kan voor langere tijd op tegen mijn grote liefde.
zondag, januari 14, 2007
Abonneren op:
Posts (Atom)